Scandinavië reis deel 5.

1 oktober 2018 - Heerlen, Nederland

Reis door Scandinavië 2018.

Deel 5


 

Als je spreekt over reizen door Noorwegen dan gaat het vaak over de E6, de weg die je vanaf Oslo van zuid naar noord brengt. Het is een relatief drukke weg maar vergeleken met wat wij thuis gewend zijn is het een rustige weg. En met zijn wat negatieve imago doe je hem tekort. Grote delen van de weg zoals wij hem gereden hebben is hij prachtig. Zeer afwisselend en telkens indrukwekkende landschappen trekken aan je voorbij.


 

Maar toen we dichter bij het verstedelijkte gebied van Trondheim kwamen hebben we de E6 verlaten om dichter bij het fjord te komen. Daar hebben we genoten van een mooie wandeling vanaf een camperplaats en op een camping van het uitzicht met wederom een mooie zonsondergang.

Op de fiets zijn we Trondheim gaan verkennen. Vooral het mooie oude gedeelte met de basiliek Nidaros. We konden de kerk niet in vanwege een besloten huwelijksmis. Het was een komen en gaan van bruidspaartjes die zich graag lieten fotograferen voor de basiliek.

De façade van de basiliek is van grote schoonheid met veel beeldverhalen. Het is een studie waard om de wereld achter deze verhalen te doorgronden.

Ook hier is het opvallend dat de begraafplaats om de kerk heen ligt. Bij bijna elke kerk die we hebben gezien is dat het geval. Dicht bij God zal de gedachte zijn.

Naast de basiliek ligt het voormalige klooster dat een belangrijk bestuurlijk centrum was in het vroegere Noorwegen. Het hele complex aan gebouwen ligt in een park met monumentale bomen en mooie beelden.

In het oude gedeelte van de stad veel houten pakhuizen aan het water en sfeervolle straatjes met houten huizen die de tand des tijds hebben doorstaan.

In een ander gedeelte was veel gezellige drukte met cafés en eethuizen in gerestaureerde pakhuizen gelegen aan, laten we het grachten noemen.


 

Na de drukte van de stad de rust van de natuur weer opgezocht. Op weg naar Røros overnacht op een rustige camperplaats met goede voorzieningen. Veelal zijn de toiletten langs de weg goed onderhouden en schoon. Dat maak je elders in Europa weleens anders mee waarbij ik je de details zal besparen.

Røros is een prachtig oud kopermijn stadje hoog op een plateau gelegen. Het staat op de werelderfgoedlijst van de Unesco omdat er veel is behouden van hoe het er hier pakweg honderd jaar geleden uitzag. Daardoor krijg je een goed beeld van hoe hard het leven hier geweest moet zijn. Maar de vondst van het kopererts zorgde wel voor werkgelegenheid en welvaart in deze oorspronkelijk armoedige streek. De houten huizen lijken nog bewoond en geven een heel authentiek beeld van de leefomstandigheden. Komend vanuit kleine hut achtige bewoning moet dit grote luxe zijn geweest maar in onze ogen ziet het er armoedig uit.

Een dominee, geboren in dit stadje is een groot weldoener geweest voor de mensen. Hij heeft een fonds in het leven geroepen dat tot op de dag van vandaag nog steeds voorziet in het bijstaan van armlastige mensen. Ook heeft hij gezorgd voor de bouw van de stenen kerk die het stadje rijk is. Bijzonder, want de meeste kerken in Noorwegen zijn uit hout opgetrokken.

De mijn zelf is ook behouden en doet nu dienst als museum. Het geeft een goed beeld van het delven van het erts en het verwerken ervan tot gebruiksklare koperstaven. Naast het museum liggen nog bergen met slakken die vrijkwamen bij het verwerken. Naakte en kale getuigen van nijvere arbeid welke voorspoed bracht maar ook de nodige ontberingen moet hebben gekend voor de bevolking van het stadje.

Ook nu hadden we weer geluk met het weer. Warm was het niet maar wel scheen de zon uitbundig. Toen we terug waren in de camper betrok de lucht snel en begon het te regenen.

Voor het bezoeken van Røros moesten we wel een omweg maken maar dat is in dit land geen straf. Via Tynset, waar we bij een kerk met een fraai uitzicht hebben overnacht, naar Opdall gereden. Bij de plaatselijke VVV door een zeer kundige vrouw wegwijs gemaakt in de mogelijkheden voor mooie korte wandelingen. Zij attendeerde ons ongevraagd op de plaatselijke bio-bakker. Nou, dat was koren op onze molen. Dagenlang hebben we heerlijk gegeten van smaakvol ambachtelijk gebakken brood. Vooral die met veel walnoten.

Als eerste zijn we naar Gjøra gereden alwaar we twee nachten op een parkeerplaats hebben gestaan. Twee prachtige wandelingen hebben we gemaakt in dit kleine gebied met drie spectaculaire watervallen. Deze hebben we dan ook mooi kunnen bekijken waar we wel een erg stijle afdaling voor moesten maken. Dat Noren aardige mensen zijn hadden we al een aantal keren ervaren maar bijna terug van de wandeling overtrof de zitbank in een open hut alle eerdere ervaringen. Wat een luxe na een pittige wandeling. We hebben nooit langer tijd doorgebracht op een zacht kunstleren bank met prachtig uitzicht en koffie dan deze keer.


 

Vanuit Opdall heb ik een mooi rondje kunnen fietsen op mijn racefiets. Onderweg kwam ik over een brug waaronder een woest stromend riviertje met grillig gevormde rotsen. Het was goed te zien hoe de erosie zijn werk had gedaan.


 

Onderweg naar Hjerkin een mooie wandeling gemaakt door een dal met een boerderij complex met fraai houtsnijwerk.

In Hjerkin is de toeristische trekpleister het uitkijkpunt op de gletsjers. Het bijzondere aan dit uitzicht punt is het gebouw met een glazen wand zodat je ook bij koud weer kunt genieten van het grootse landschap met de gletsjers op de achtergrond. Een open haard zorgt voor extra warmte en sfeer. Vanachter de glazen wand hebben we een muskusos waargenomen. Maar hij was moeilijk te zien om er ons een goed beeld van te kunnen vormen.

Op het wandelpad naar boven liggen grote natuurstenen tegels met inscripties waarin belangrijke mijlpalen uit de geschiedenis van mensheid worden verteld.


 

In Dømbas hadden we getipt gekregen een bezoek te brengen aan Grimsdalen, een gebied met veel oude boerderijen. Dus wij op de fiets maar dat pakte heel anders uit. Na een klim van 700 meter kwamen we op kale hoogvlakte. Heel mooi, daar niet van. Maar als je een ander beeld hebt dan moet je wel even schakelen. Ik had een dal verwacht met weelderig groen gras en die oude boerderijen. Die hebben we niet gezien omdat het daarvoor te ver was en de accu’s van de fietsen al behoorlijk leeg aan het raken waren. Ondanks alles toch genoten van het ongenaakbare landschap om ons heen en de afdaling was heerlijk om te doen. We waren de tocht begonnen in Dovre bij een oud kerkje waaraan het opvallende is dat de buitenwanden zijn bekleed met lijstenen platen. Het heeft de aanblik van roestig metaal.

In Lesja wederom bij een kerk overnacht. Op een folder zagen we het fraaie interieur van deze kerk maar wij kwamen voor gesloten deuren. We werden nog wel blij van de aankondiging van een dienst de volgende morgen. Toen we die volgende morgen geen activiteit zagen werd onze vrees snel bevestigd. We gingen nog eens kijken naar de aankondiging en toen bleek het te gaan om een dienst in een naburige kerk met een bijna de zelfde naam.


 

Kvitskriuprestin Natural Monument is een vorm van bodemerosie die erg zeldzaam is in Noord Europa. Er moeten zekere voorwaarden zijn wil zich een aardpilaar kunnen ontwikkelen. Zoals de grondsoort die een bepaalde consistentie moet hebben waardoor hij een zekere stijfheid heeft bij droogte en zachtheid bij natte omstandigheden. De grond moet brokken steen bevatten en er moet een stijle wand zijn. Bij een lichte aardverschuiving zakt de toplaag wat weg en kan de grond gaan uitspoelen maar onder de stenen blijft de grond liggen. En zo vormen zich de pilaren. Er zijn er nog enkele over in het gebied dat wij bezocht hebben. Er was een flinke klim voor nodig om er dicht bij te kunnen komen en de schoonheid te kunnen bewonderen. De verwachting is dat op niet al te lange termijn de laatste pilaren ook zullen verdwijnen. De erosie gaat namelijk door.


 

Nu volgen er dagen met veel hoogtepunten. Een route die ons naar Jotunheimen bracht waar we twee nachten op een hoogvlakte hebben gestaan. Een op een camping en een in het open veld. We hadden geluk met het weer, zonovergoten en met de rendieren die een waar schouwspel voor ons opvoerden. Ik weet niet wanneer de bronsttijd voor deze dieren is maar het scheen mij toe dat het spel al aardig op de wagen was. Op de achtergrond hoge bergen met restanten van de gletsjers die bezig zijn zich terug te trekken. De eerste nachtvorsten die de lage struiken al in herfsttooi hebben gezet. De kabbelende beekjes, uitmondend in vennetjes maakten het geheel tot een paradijs.

We stonden bijna alleen in deze grootse omgeving en zagen de zon prachtig achter de bergen verdwijnen. De volgende morgen waren de rendieren al weer present  en konden we weer van ze genieten.


 

De terugtocht leidde ons naar Lom waar een van de oudste en grootste staafkerken van Noorwegen te vinden is. Van de 1000 zijn er nu nog 28 over. Gelukkig was deze kerk open. We hebben genoten van het prachtige interieur. Sober en ingetogen is de sfeer te noemen. De houten constructie is degelijk en het meest kenmerkende zijn de zogenaamde lange staven. Deze houten pilaren “dragen” als het ware de hele constructie van de kerk en lopen door tot in de toren.

In de middeleeuwen was het een druk bezochte kerk die de mensen uit het dorp deelden met de pelgrims die veelal onderweg waren naar Nidaros in Trondheim. Als wij al pelgrims zijn dan volgen we in ieder geval niet de oude traditie want wij waren al in Trondheim.


 

De vele hoogtepunten hebben ons geleid over spectaculaire wegen. Van zee niveau in de fjorden tot 1500 meter hoogte in de bergen. Met veel haarspeldbochten waardoor ik volop in de gelegenheid ben geweest mijn rijtechniek te verbeteren. En ondertussen zoveel mogelijk van het landschap genieten. Een landschap vol bergen, gletsjers, watervallen in veel vormen, berghellingen vol met struikgewas in herfsttooi en het diep blauw van de fjorden. Op een aantal wegen hebben de Noren alles uit de kast gehaald om mooie en spectaculaire uitzicht punten te bouwen. Nou, daarin zijn geslaagd. Als toerist voel je je enorm verwend.

Om deze tochten te maken moesten we wel een omweg maken van 180 km die deels een herhaling was van wat we al gedaan hadden maar het laatste stuk was erg fraai vanwege de woeste en kolkende rivier die pal naast de weg mee naar beneden kronkelde. Eenmaal beneden begon de weg nummer 63 over twee plateau’s en door Geiranger aan het fjord. Daarna een stuk over de 15 waar we bij Grotli rechts af zijn gegaan om de 258 te volgen. De Gamle Strynefjellsveg. Deze naam geeft aan dat het een oude route is die in het verleden te voet of te paard werd afgelgd. Het weer was prachtig en de weg was grotendeels nog gravel. Maar hij was goed begaanbaar. Wel af en toe spelen met de ruimte maar onze linker spiegel heeft geen schade geleden. Ook deze weg leverde weer veel Ooooos en Aaaaas op. Vooral de knalrode blaadjes van de bosbessenstruiken kleurden het landschap extra. Naast de geel verkleurde varens en andere struiken. Het wilgenroosje is al lang uitgebloeid en de wind speelt met de pluizige zaadjes. Trouwens, het wilgenroosje is wel onze bloem deze vakantie. Aangekomen in Zweden stond hij volop in bloei. En het grappige is dat hij als het ware met ons mee reisde want hoe noordelijker wij kwamen, het wilgenroosje bleef uitbundig bloeien. Iedereen snapt wel dat de planten in noordelijker regionen later in het seizoen bloeien.

Na 27 km kwamen we uit bij een meer bijna op zee niveau. We vonden een plekje direct aan de waterkant. Vroeger was het een drukke weg maar door de komst van de tunnel is het nu een heerlijk rustige weg geworden. Of het plaatselijke hotel deze mening ook is toegedaan weet ik niet maar laat zich wel een beetje raden.

Onze route bracht ons vervolgens in Olden aan het fjord. Toen wel aankwamen waren we getuige van het aanmeren van cruiseschip uit Hamburg met 960 passagiers aan boord die als een zwerm bijen Olden en het dal naar de gletsjers Jostedalsbreen gingen verkennen op zoek naar zoete verpozing. Een vermakelijk gezicht om omringd door deze zwerm een fietstocht te maken door dat zelfde dal waardoor we ons toch ook een hedendaagse toerist voelden. Aan de voet van de gletsjer heeft de commercie toegeslagen met de bekende verschijnselen. Onder het genot van een kop koffie met wafel spraken we een Nederlands stel die ons gretig vertelden over de prachtige reis die ze aan het maken zijn met de cruise. We hebben ze nog veel plezier gewenst. ’s Avonds hebben we het schip zien vertrekken. Dat ging gepaard met veel harde muziek, drie hoornsignalen en applaus van de passagiers.

Gezien het verslechterende weer was het even zoeken wanneer we de volgende mooie route zouden gaan volgen en wederom verraste ons het weer. Daar waar ik dacht te wachten tot de volgende dag trokken de buien weg en begroette ons de zon. Onder deze omstandigheden hebben we een van de mooiste en afwisselendste routes, de R13, van Noorwegen gereden. Inderdaad prachtig. Een herhaling van al het moois dat we al hadden gezien maar toch weer op zijn eigen manier anders. En dat maakt zo’n reis zo mooi. Steeds nieuwe nuances die ons verrassen en doen verwonderen.


 

De dag eindigde in Vik waar we op een camping zijn gaan staan. Een van de weinige keren want meestal vinden we wel een vrije plek. Een wandeling bracht ons bij de Staafkerk van Hopperstad, waarschijnlijk gebouwd in 1140. Het complexe gebouw werd gebouwd door rondreizende handwerkers met veel kennis en ervaring. Opvallend aan deze kerk vond ik de omgang van niet meer dan een meter breedte. Ik hoop dat de indringende stank van de hout beschermende teer niet te ruiken is in de kerk. Karakteristiek aan veel staafkerken zijn de drakenkoppen op de geveltoppen.

De volgende dag waren we op een plek tussen Vik en Voss aangekomen waar we moesten kiezen hoe we onze route zouden vervolgen. Al hebben we nog wel een maand, het einde van deze reis komt  langzaamaan in beeld. Daarbij, de tijd schrijdt voort met als gevolg dat de herfst en misschien de winter in zicht komt. En ook niet onbelangrijk, er moet nog wat te wensen overblijven. We hebben gekozen voor een route over de Hardangervidda, een enorme hoogvlakte met veel meren. Aan het begin in Eidsfjord is een bezoekerscentrum over deze hoogvlakte waar we ons hebben georiënteerd op de wandelmogelijkheden. De receptionist die ons te woord stond bleek een Belg te zijn die op smeuïge wijze een heel verhaal begon af te steken over de mogelijkheden maar ons direct ook confronteerde met de weersverwachting. Er was voor het gebied  een weerwaarschuwing af gegeven. Er werd veel regen en op hoogte ook sneeuw verwacht met stormachtige wind. Hij vertelde over geharde Noren die slecht weer en koude als een uitdaging ervaren om er op uit te trekken. Noorse vrouwen zijn in zijn ogen al lang geëmancipeerd. In Mechelen, België, houden vrouwen zich bezig met bingo avonden waarbij ze na twee uurtjes spelen al niet goed meer bij de les zijn. Hier in Noorwegen is dat anders. Daar heeft hij al een paar keer mee gemaakt dat vrouwen op hoge leeftijd zeer sportief zijn, zoals bij 20 graden onder nul en harde wind gaan langlaufen.


 

We hebben vervolgens de wandelplannen maar laten varen en zijn over de hoogvlakte naar de andere kant gereden. Onderweg kwamen we langs de Vøringsfossen. Deze waterval stort zich van 145 meter hoogte in een ravijn. We hadden het geluk dat de aanhoudende regen was overgegaan in een buiig weertype afgewisseld met felle opklaringen. En de zon scheen op het neerstortende water. Prachtig om te zien en extra mooi door de regenboog.

De tocht ging verder omhoog via een bochtige weg met tunnels. Die Noren kunnen dat goed, tunnels bouwen. Een rotonde aanleggen in de tunnel en bochten waarbij je het idee hebt dat je de cirkel rond rijdt.

Onze Belg van zo even vertelde dat de Hardangervidda ook gevaarlijk is vanwege de erosie en er regelmatig steen lawines zijn met soms helaas dodelijke slachtoffers. Men is aan het overwegen om onder het Hardangervidda een tunnel aan te leggen. Lengte? Om en nabij de 200 km. Misschien is dit visserslatijn maar hij kon het mooi vertellen, onze Belg.

Het rijden over de Hardangervidda was een feest. Vanwege het weer, de herfstkleuren, de regenbogen, fel blauwe luchten en gitzwarte regen wolken in een landschap in herfstkleuren. De weg was al drie weken afgezet met lange palen voor de sneeuwschuivers. Op het eind werden we verrast met sneeuw op de toppen in de verte waar we allengs dichter bij kwamen. Een voorbode van het voorspelde weer voor morgen.

De volgende morgen zijn we vanuit Geilo waar we weer eens bij een kerk hebben gestaan richting Oslo vertrokken. En dan beleef je weer van alles. Op zoek naar een picknickplekje kwamen in Torpo terecht bij de staafkerk. Een korte wandeling bracht ons bij de kerk die tot onze verrassing open was. Uiteraard gingen we naar binnen en troffen daar een groep mensen. Een rondleiding was onze eerste gedachte maar bij navraag bleek het te gaan over een hobbyclub die aan de hand van nagels en spijkers zoeken in het houtwerk meer te weten hopen te komen over de historie van de kerk. Toen wij binnenkwamen stonden ze in een kring te praten maar even later gingen ze met lampen op onderzoek uit. Vooral de houtverbindingen had hun speciale belangstelling want daar kun je de nagels vinden. Voordat de draadnagel werd uitgevonden werden nagels gesmeed in de plaatselijke smederij. Iedere smederij had zijn eigen kenmerken en dat maakt het interessant om hier onderzoek naar te doen; om de achterliggende verhalen te achterhalen.


 

In een van de reisboeken stuitten we op het Eggedal. Een dal waar rond 1900 veel bekende kunstschilders graag naar toe gingen om met de schildersezel in de aanslag te werken in de natuur. Om ze te blijven herinneren zijn van een aantal van hen nu musea ingericht maar helaas waren deze al gesloten vanwege het naderende winterseizoen. Bij het artiesten huis (nu museum) van Chr. Skredsvigs hebben we gesproken met een man wiens echtgenote werkzaam is in het museum. Het ligt hoog boven het dorp Eggedal met een prachtig uitzicht. We mochten de nacht blijven staan op de parkeerplaats. Dat we daarmee midden in de natuur stonden bewees de volgende morgen een vos die rustig naast onze camper stond rond te kijken. Janine stond oog in oog met hem.

De man vertelde enthousiast over het museum en zijn auto een Tesla.

De volgende dag verder trekkend kwamen we bij het museum van een andere schilder Th. Kittelsens. Ook dit museum is ingericht in het voormalige woonhuis van de kunstenaar gelegen aan het Soneren meer. Het uitzicht is prachtig en was inspiratiebron voor Kittelsens.

Beide musea zijn ingericht met de originele meubelen en met tekeningen en schilderijen van de kunstenaars. Wil je je beeld vormen van wat zij hebben gemaakt dan kun je dat makkelijk vinden door even te googelen naar hun namen.


 

In Oslo vonden we een camperplaats hoog boven de stad bij een TV toren en dicht bij een metrostation waarmee we snel het centrum van de stad konden bereiken.

Op die zelfde berg is het Holmenkollen skischans stadion te bewonderen. De toren is 60  meter hoog. Het uitzicht op de stad is fantastisch. Je ziet hoe mooi de stad aan het fjord ligt met al zijn eilandjes.

In Oslo hebben we wandeling gemaakt door het Vigeland park met zijn prachtige beelden. Wat een zeggingskracht hebben deze beelden. Ik vond het uitdrukking geven aan de kracht en het atletisch vermogen van de mens imponerend. Maar ook ingetogenheid en mededogen van mensen voor elkaar zijn indrukwekkend vorm gegeven. Er is een beeld waarbij een groep kinderen aandacht wil van een ouder iemand. Èèn meisje voelt zich bijna buitengesloten en kijkt afgunstig en afwijzend naar een ander kind dat er ook bij wil zijn.

Het Munch museum was maar beperkt open i.v.m. met een wisseling van tentoonstellingen.

Desalniettemin hebben we genoten van de werken die er wel hingen. Daarbij had men een thema bedacht. Dat handelde over de naamgeving van een kunstwerk. Of dat al dan niet suggestief is en  in welke mate. Om hier mee te experimenteren kon men zelf namen verzinnen bij de kunstwerken.

Het Opera gebouw is een gewaagd stukje architectuur. Heel strak opgezet met veel schuine lijnen waardoor het dak doorloopt tot de grond. Het leuke hieraan is dat je helemaal naar boven kunt lopen en een mooi uitzicht over de stad hebt. Vanuit een heel ander perspectief dan vanaf de skischans Holmenkollen. Oslo is een vriendelijke stad om te vertoeven. Niet al te druk en de sfeer ervoeren wij als gemoedelijk.


 

De volgende morgen hebben we Oslo verlaten en daarmee ook Noorwegen met alleen nog een tussenstop in Moss aan de haven waar we hebben genoten van de vele vissers die wel veel succes hadden met hun jacht.


 

Het was een prachtige reis die we vooral in de natuur hebben doorgebracht. Maar dat kan ook bijna niet anders in dit land dat eigenlijk bijna niets anders te bieden heeft dan overweldigend natuurschoon. Het was vooral zo fijn omdat we de tijd hadden. Dat we rustig konden genieten van al dit schoons en het met elkaar konden delen. Elke dag was een verrassing omdat we een niet strak geplande route hadden. We hebben ’s avonds vaak tegen elkaar gezegd dat we vanmorgen het scenario van die dag niet zo hadden kunnen bedenken. Dat maakte deze tocht ook zo avontuurlijk en onvergetelijk.

We hebben het land als gastvrij ervaren met name door het vrij zijn in de keuze van de overnachtingsplek. Vooral de parkeerplaatsen bij kerken waren verrassend mooi. Mooi omdat ze vaak op bijzondere plekken zijn gebouwd. Vaak net buiten de dorpen en op een heuvel met mooi uitzicht. In het begin was het af en toe spannend omdat we niet zeker wisten of het wel was toegestaan. Maar gaande weg ontdekten we dat je met rust wordt gelaten en er waren plekken waar het verboden was te kamperen. Dus daar waar het niet stond aangegeven was het vrij.

Het is ook een kwestie van een beetje aanvoelen van wat wel en niet kan. Dus niet bij een kerk uitgebreid je kampeerspullen buiten zetten en je was jubelend in de wind aan een lange waslijn hangen.

Voor ons is het duidelijk dat we zeker gaan terug komen in dit land waar we nog lang niet alle gebieden hebben bezocht. We zijn nog niet uitgewandeld.


 

Dit is het laatste verslag van deze reis. Dank voor jullie reacties. Het was leuk om te schrijven en extra inspirerend vanuit de idee de je verslagen gelezen worden.

Foto’s

8 Reacties

  1. Bram:
    1 oktober 2018
    Fraai verslag weer en dito foto's. Hartelijke groet uit Nieuw-Vennep, met vermelding van het laatste nieuws dat wij over een week of 7 een kleindochter rijk zullen zijn. Job is de vader, Cheyenne de moeder.
  2. Greet:
    1 oktober 2018
    Geweldig zeg die mooie reisverslagen!
  3. Kees en Helma:
    1 oktober 2018
    Bedankt weer voor het prachtige verslag en de fraaie foto’s. Wat een geweldig mooie reis hebben jullie gemaakt
    Welkom terug in Nederland en tot donderdag
  4. Henk Hennie:
    1 oktober 2018
    Geweldig zo`n mooi verhaal en foto`s bekende plekjes zie er op,
    de reis komt bijna op zijn end het Home wacht met smart op jullie THUIS komst,
  5. Richard:
    2 oktober 2018
    Wat een ervaring moet dit voor jullie zijn. Na het lezen van jullie verhaal maar met name na het zien van de foto’s. Geweldig!
    Een goede terugreis en tot binnenkort.
  6. Maria Wassink:
    2 oktober 2018
    Wederom genoten mee genoten van jullie reis. Prachtig beschreven Bart en Noorwegen weer herleeft. Liefs Ria
    Welkom weer thuis
  7. Lex en Kitty:
    3 oktober 2018
    Dank voor het mogen meereizen en meebeleven!
    Een goede thuiskomst toegewenst.
  8. Frans:
    6 oktober 2018
    Door het van jullie verslagen heb ik ook Noorwegen weer opnieuw beleefd. Plaatsen als Trondheim, Oppdal, Lom, Geirange, Voss, Geilo, Oslo en Moss zijn herkenbaar doordat wij 10 jaar geleden hebben bezocht. Leuk allemaaa en dank!